De volgende dienst is op zondag 28 september11.00 in 't kerkheem.

donderdag 27 april 2006

Overdenking April

Overdenking van de aprildienst
Thema: Wat zeg je nou eigenlijk?

Bidder: Onze Vader die...
God: Ja?
Bidder: Wil je me alsjeblieft niet storen! Ik bid.
God: Maar je riep Me.
Bidder: Riep ik U? Ik riep U helemaal niet. Ik was aan het bidden. Onze Vader die in de hemelen zijt...
God: Zie je wel, je deed het weer.
Bidder: Wat deed ik?
God: Je riep Mij. Je zei: "Onze Vader die in de hemelen zijt". Hier ben Ik. Wat is er?
Bidder: Maar ik bedoelde daar helemaal niets mee. Ik heb het toch al gezegd: ik deed gewoon mijn gebed. Ik bid altijd het Onze Vader. Ik voel me daar goed bij; ik vind het mijn plicht om mijn gebed te doen.
God: Goed zo. Ga verder.
Bidder: ...uw naam worde geheiligd...
God: Maar, wat zeg je nou eigenlijk?
Bidder: Wat zeg ik waarmee?
God: Met "uw naam worde geheiligd"?
Bidder: Het betekent... wel euh... Ja hallo?! Hoe moet ik nu weten wat dat betekent? Het is gewoon een deel van dat gebed. (Pauze) Ja, wat betekent het eigenlijk?
God: Het betekent eervol, heilig, wonderlijk.
Bidder:Oh; ja, dat lijkt me zinvol. Ik heb me vroeger nooit afgevraagd wat geheiligd eigenlijk betekende. Uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel als zo ook op de aarde. God: Meen je dat werkelijk?
Bidder: Natuurlijk! Waarom zou ik dat niet menen?
God: Wat ga je daar dan mee doen?
Bidder: Doen? Niets denk ik. Ik denk alleen dat het goed zou zijn als U echt alles onder controle had; als mensen hier op de wereld zouden leven volgens Uw wil.
God: Leef jij volgens mijn wil?
Bidder: Njah, ik ga naar de kerk.
God: Dat was mijn vraag niet. Ik heb het bijvoorbeeld over je opvliegend karakter; je hebt daar echt problemen mee, weet je?
Bidder: Waarom begint U nu op mij te vitten? Ik ben zeker niet slechter dan heel wat van die hypocrieten in de kerk, heeft U daar wel eens op gelet?
God: Sorry, maar ik dacht dat je bad dat Mijn wil zou geschieden? Als dat moet gebeuren, dan moet het beginnen in het leven van diegenen die ervoor bidden. Zoals jij, bijvoorbeeld.
Bidder: Oh... OK dan! Ik weet dat ik nog wel een paar gebreken heb. Ik kan er zeker nog een paar opnoemen.
God: Ik ook.
Bidder: Ik heb daar vroeger nooit zo over nagedacht, maar ik zou echt wel een paar dingen in mijn leven willen veranderen. Ik zou echt wel van sommige dingen willen bevrijd zijn.
God: Goed zo! Zo gaan we er nog komen! We kunnen samenwerken, jij en Ik. We kunnen een paar echte overwinningen behalen. Ik ben trots op je!
Bidder: Ja maar, Heer, ik moet nu echt ophouden hoor. Het duurt nu al veel langer dan gewoonlijk! Geef ons heden ons dagelijks brood...
God: Het is misschien beter dat je wat minder eet; je bent nu al te zwaar!
Bidder: He... wacht nu eens even! Wat betekent dit allemaal? Ik wil gewoon mijn godsdienstige plichten doen en dan begint U me storen en mij op mijn gebreken te wijzen!
God: Bidden is inderdaad gevaarlijk. Het kan je veranderen, weet je. Dat is wat Ik je probeer duidelijk te maken. Je riep Me, en hier ben Ik. Het is nu te laat om nog te stoppen. Blijf verder bidden. Ik ben echt benieuwd naar het vervolg van je gebed. (Pauze) Kom op, ga verder!
Bidder: Ik durf niet...
God: Waarom durf je niet?
Bidder: Omdat ik weet wat U gaat zeggen!
God: Probeer het dan.
Bidder: ...en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
God: En Peter dan?
Bidder: Zie je nu wel! Ik wist dat U daarover zou beginnen! Waarom, Heer? Waarom vertelt Peter altijd leugens over mij? En hij is me nog geld schuldig ook! Reken er maar op dat ik met hem ga afrekenen.
God: En je gebed dan? Hoe kun je dit dan bidden?
Bidder: Ik meende het niet.
God: Nu ben je tenminste eerlijk! Maar het valt niet mee om heel de tijd met zoveel bitterheid te moeten verder leven, is het niet?
Bidder: Neen. Maar ik zal me beter voelen als ik met hem heb afgerekend. Ik weet al hoe ik Peter kan te pakken krijgen!
God: Dan zul je je niet beter voelen. Je zult je zelfs nog slechter voelen. Wraak is nooit zoet. Denk eens na hoe ongelukkig je je nu wel voelt. Maar Ik kan dat veranderen.
Bidder: Kunt U dat? Hoe?
God: Vergeef Peter. Dan zal Ik jou vergeven. Dan zullen de haat en de schuld Peter's probleem zijn en niet langer jouw probleem. Je zult er misschien wel wat geld aan verspelen, maar je zult je hart sparen.
Bidder: Het lijkt me wel niet gemakkelijk, maar ik geef toe dat het de moeite waard is. Dank U, Heer, omdat U me daar doorheen wilt helpen. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.

dinsdag 25 april 2006

Overdenking maart

Pas op school, tijdens een doodnormaal uurtje maatschappijleer vroeg m’n leraar wie er christelijk was in de klas. Ik en nog een paar mensen staken hun hand op. Maar 1 jongen, waarvan ik zeker weet dat hij gelooft, houdt zijn handen op de tafel en blijft verder kletsen met zijn buurman. Op dat moment dacht ik alleen maar, ‘huh’ en toen ging ik weer ergens anders aan denken, maar toen ik aan deze overdenking bezig was moest ik er meteen weer aan denken. Waarom hield hij zijn mond? Paar maanden terug was hij nog zo zeker van zijn geloof, durfde hij nu niets te zeggen, of..? Ik denk dat dat laatste het geval was, toegeven dat je gelooft dat Jezus is opgestaan klinkt natuurlijk niet zo stoer. Je bent daarmee toch anders dan de meeste mensen in je klas, en dat kan gevaarlijk zijn voor je reputatie. Dus houdt je je mond maar. Slim bedacht toch? Niemand die er last van heeft dat jij dat doet, en jij krijgt ook geen gezeur.

Laten we nu nog eens kijken naar dat verhaal van Petrus. Als je dat hoort, heb je meteen zoiets van ‘noujaa, hoe haalt Petrus het in zijn hoofd om Jezus zomaar te verraden!’. Woorden als zwak en bang schieten door mn hoofd als ik aan die actie van Petrus denk. Maar, is dat wel eerlijk? Laten we even de situatie bekijken waarin Petrus zich bevond. Jezus is net opgepakt en wordt stevig ondervraagt. Mensen proberen elke mogelijke actie van Jezus te zien als een misdrijf, om Hem maar te mogen straffen. Ondertussen staat Petrus ergens buiten te wachten ofzo. Totdat iemand naar hem toekomt en vraagt ‘hee hoor jij niet bij die Jezus, uit nazareth?’. Wat zal er op dat moment door het hoofd van Petrus zijn geschoten? ‘Ooh help, straks pakken ze mij ook op!’ of ‘Als ik nu ja zeg, moet ik de rest van mijn leven vluchten om nog in leven te blijven’. Niet echt fijne vooruitzichten toch? Ik denk dat het voor ons allemaal erg moeilijk was geweest om op dat moment te zeggen, ‘JA ik hoor bij die man en ik ben daar nog trots op ook!’

Waarom, kun je die situatie van die ene jongen uit mijn klas wel begrijpen, maar wordt Petrus meteen veroordeeld tot slecht? Is het in de klas wel geoorloofd om je geloof te ontkennen, maar in een situatie van leven of dood niet? Dit zeg ik niet omdat ik vind dat Petrus niks fout heeft gedaan, begrijp je vooral niet verkeerd. Ik denk alleen, dat als je in deze tijd Jezus verraad, dat minstens net zo erg is als dat Petrus heeft gedaan. Het staat alleen niet zwart op wit, en misschien zal zelfs niemand om je heen het merken, maar God merkt het wel. God denkt op zo’n moment heus niet ‘och, als hij nu had gezegt dat hij wel bij Mij hoort, dan gaat zn reputatie misschien omlaag, dus ik geef hem groot gelijk’. Nee, God zal het echt niet toejuichen als jij Hem ontkent in zo’n situatie.

Dit klinkt allemaal een beetje alsof het nooit meer goed met je komt als je een keer niet eerlijk antwoord op zo’n vraag. Maar laten we eerst even verder kijken naar dat stukje uit de bijbel. Na de opstanding van Jezus geeft Hij zijn discipelen namelijk een opdracht om alle volken te vertellen over Hem, en aan het eind staat er ‘En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie alle dagen tot aan de voltooiing van deze wereld’. Jezus wil dus nogsteeds met hen zijn, dus ook met Petrus! Zelfs met die man, die eerst beloofd Jezus nooit te verlaten en zelfs voor Hem te willen sterven, maar hem daarna toch verraad, zelfs met hem wil Hij zijn. Wat zegt dat dan wel niet over hoe graag Jezus bij ons wil zijn? Heel veel dus, gelukkig wel!

Nu niet allemaal gaan denken dat je dan ook maar gewoon altijd kan zeggen dat je niet gelooft op momenten dat je dat even beter uitkomt. Want zo werkt het natuurlijk niet. Het liefst ziet God ons volmondig JA zeggen op de vraag of wij geloven, en ik denk dat dat op de lange termijn ook het beste voelt. Het kan op het moment zelf wel even ongemakkelijk voelen, maar uiteindelijk zal het alleen maar goed voelen als mensen weten dat jij leeft met Jezus.

Op Lydia’s weblog heeft een poosje een zinnetje gestaan, ‘alleen dode vissen zwemmen met de stroom mee’. Lijkt me wel toepasselijk bij dit alles, denk er eens over.
Amen